Bij het verkennen van de camping viel het ons op, dat er waarschuwingsbordjes stonden op de plekken waar normaal gezwommen kon worden bij het meer. Onze kleine Pluis besloot toch een plons te wagen, ook al had ze haar zwemkleren niet aan. De andere boefjes hielden het bij pootjebaden.
We besloten bij de receptie toch even te vragen, wat er nou precies op de bordjes stond. Ons Zweeds is nog niet goed genoeg om alle details te snappen. Er bleek een bepaalde bacterie in het water te zitten, die niet heel gevaarlijk is, maar zwemmen (met de kans dat je water binnen krijgt) werd wel degelijk afgeraden. We kregen het adres van een goed alternatief in een meertje in de buurt. Zweden is niet voor niets het land van de meren. Dat wilden we natuurlijk testen. We vonden een heerlijk gelegen plek, waar de boeven konden zwemmen, graven, modderen en spelen. Ons oudste boefje wilde onder geen beding zwemmen, omdat er vissen zaten. Boevenbroer had daar minder last van. Hij ging met zijn vader zijn zwemtraining doen en hij waagde zelfs een sprong van de duikplank.
Omdat er nu bij de camping niet direct kon worden gezwommen, was er een mooie aanbieding. Op een anderhalf uur van de camping lag een waterpark, waar we allemaal gratis naartoe mochten. Het leek ons gezellig om dit met de boefjes te gaan doen. Het bleek een schot in de roos. Voor al onze boefjes was er volop te spetteren. Ons kleinste boefje had een peuterbadje met vier verschillende glijbanen. Vooral de hoogste van de vier vond ze geweldig stoer om alleen te mogen doen. Ze klauterde alleen naar boven, keek goed waar het kindje voor haar was, zwaaide nog even en gleed naar beneden. Vol trots plonsde ze daarna in het water. Boevenbroer en -zus hadden de familieglijbaan ontdekt. Een grote band maakte een spannende afdaling, eerst door het donker, daarna razendsnel omlaag. Je zat allemaal samen in de band. Wat werd er gegild tijdens deze ritjes. Maar ook de schuimhelling, de bubbel waar je op kon klimmen, de wipe out en de lazy river waren geweldig. Manlief waagde zich nog even aan de vrije val, terwijl ik met de kleintjes even kon bijkomen in het bubbelbad. De boefjes willen er eigenlijk nog wel een paar keer naartoe.
Na een hele dag spetteren en spatteren in het waterpark, vonden dochterlief en ik het 's-avonds tijd voor onze jaarlijkse zonsondergang. Samen bijpraten en genieten van ons uitzicht.
Op onze camping waren ook veel mogelijkheden voor actieve bezigheden. Zo wilden ons oudste boefje heel graag nog een keer op de familieskelter. Ze had al meteen een taakverdeling gemaakt: zij zou met haar vader gaan trappen (met haar papa aan het stuur) en de kleintjes voorin. Ik mocht de foto's maken, aardig van haar, vind je niet? Het werd een pittig uurtje voor manlief, want er moesten verschillende rondjes gemaakt worden. Vooral de afdaling aan de andere kant van de camping was favoriet. Gillend en schreeuwend skelterden ze naar beneden. Ik kon ze in ons huisje nog horen. Natuurlijk moest deze spannende afdaling worden vastgelegd.
Dat gold ook voor de andere missie: met een kano het meer verkennen. Aanvankelijk ging manlief met de oudste twee boefjes, maar ons boevenkereltje vond het toch te spannend. Hij was heel bang dat hij zou omslaan en misschien had hij ook niet zo'n vertrouwen in de kano-kwaliteiten van zijn vader. Boevenbroer werd veilig op het droge gezet en de twee sportievelingen gingen op weg. Ze wist het nabijgelegen eiland te bereiken en zelfs nog een leuk rondje te varen.
Onze laatste missie was het vinden van enkele souvenirs. Dat lukte niet meteen in het plaatsje Saffle, omdat de winkels op zondag niet open bleken te zijn. Ook de volgende dag in Gotenborg slaagden we niet helemaal. In de wijk bij de haven lag een prachtig hotel, maar in de hele omgeving was geen souvenirwinkel te vinden. Uiteindelijk slaagden we toch op de boot, waar we toch best wat te kiezen hadden. Op de boot joeg onze kleine Pluis ons nog even de stuipen op het lijf. Ze rende heel hard vooruit en we waren haar heel even kwijt. Gelukkig had ze zich gewoon achter een deur verstopt. Ze had er echter geen rekening mee gehouden, dat er ook bootpersoneel rondloopt. Die zag haar en sprak haar aan. In haar beleving was dat de kapitein, die haar even streng toesprak. De hele bootreis luisterde ze extra goed naar ons, omdat ze bang was dat de kapitein anders boos zou worden. Manlief overweegt nu zo'n kapiteinspakje aan te schaffen in de hoop dat het indruk maakt op onze Pluis. Vol overtuiging zong ze overigens bij het eten: We gaan naar Ameland. We hebben haar maar even in die waan gelaten.
Na twee heerlijke weken Zweden zijn we weer thuis en we zijn enorm verwend door onze buren. Heel veel dank daarvoor!!!