Manlief nam de twee grootste boeven mee naar Den Bosch, waar op de Parade de grootste apenkooi van het land was opgebouwd. Deze city jungle bleek behoorlijk in trek, waardoor ze eerst nog wat tijd moesten doden, voordat er geklommen en geklauterd kon worden. Met de boevenkerel op zijn nek en de grote boef aan de hand trokken ze via de ijskraam naar de Markt, waar ze in het zonnetje genoten van ijs en appelsap. Daar was genoeg te horen en te zien, want hier vond juist het Festival van het Levenslied plaats. "Dit is niet helemaal onze muziek, hè papa", wist ons bijdehandje te vertellen.
Een bezoekje aan de Sint Jan is ook altijd een gezellig alternatief. Natuurlijk wilden de boeven een kaarsje opsteken bij Maria. "Voor iedereen", oefende onze Miss World alvast voor wereldvrede. In de kathedraal bekeken ze ook nog even de expositie rondom "De lijkwade van Turijn". Vorige week was manlief namelijk in deze Italiaanse stad, terwijl een van de toeristische trekpleisters op dat moment juist bij ons in de buurt te zien was. Dat vonden de boeven wel een spannend verhaal. Dat gold ook voor het kaartje, dat ze kregen. Als ze hun handen op het kaartje legden, dan werd het warm en kon je Jezus zien. Dat vonden ze erg bijzonder.
Eindelijk konden de boeven gaan klimmen in de city jungle. Alle toestellen moesten getest, ook al was het soms wat hoog of moeilijk te bereiken. Ons mannetje vond het leuker om zelf wat extra obstakels te maken, zijn grote zus wilde juist de hoogte in. Helaas was ze nog wat te jong voor de tokkelbaan. Dat leek haar wel wat, zo'n extra stoere kabelbaan.
Na een heerlijke middag moest nog even de ergste dorst gelest worden. Manlief adviseerde dochterlief een mooi kraantje te testen. Met een doorweekt shirt en een vermoeide broer kwamen ze daarna thuis bij kleine Pluis en bij mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten